1980 - Charlier: Geel 44

Massart
Charlier
Kempenaers
De Cleene

21 OKTOBER 1980 
 51°12'30" NB   04°56'07" OL


Rond de eeuwwisseling was dit moerassige gebied, dat bij de mensen sterk tot de verbeelding sprak, het onderwerp van vele mythologische verhalen. Zo zouden velen het moeras zijn ingegaan maar nooit teruggekeerd of teruggevonden. Toen twee landmeters net na de Tweede Wereldoorlog, na een bezoek aan het moeras, het café 'Ark van Noë' binnenstapten en vertelden dat zij dit onoverwinnelijke gebied wilden verkavelen, werd dit in de streek op ongeloof onthaald. Ook technisch leek het niet haalbaar. Toch werd rond 1958, in het kader van een ruilverkaveling, het grootste deel van deze terreinen omgezet in productief weiland. De transformatie is duidelijk, zowel op de foto van Charlier als op die van Kempenaers. Op deze in cultuur gebrachte grond werd een veertiental modelhoeven naar Hollands model gebouwd. Links op Charliers foto is één van deze hoeven te zien. Omdat dit gebied voor de nieuwe modellandbouw een sterke verlaging van de grondwatertafel vereiste, dreigde het historisch moerassige landschap voorgoed te verdwijnen. Een deel van het oorspronkelijk landschap kon echter gered worden dankzij de reactie van conservator Marcel Verbrugge en van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, die momenteel de Zoo van Antwerpen en Planckendael beheren. Zij kochten in 1952 een terrein van vijftig hectare aan. Dit reservaat, De Zegge, is vandaag een mix van hooilanden, trilvenen, schrale heide, veenplassen en broekbossen met een enorme rijkdom aan planten en dieren. De beheerswerken die er uitgevoerd werden weerspiegelen de impact van vroegere menselijke activiteiten. Dankzij dit conservatiebeheer werden hier bijvoorbeeld het klein klimopklokje (Wahlenbergia hedericea) en het waterlepeltje (Ludwigia palustris) teruggevonden.