1904 - Massart: Beringen 49

Massart
Charlier
Kempenaers
De Cleene

09 MEI 1911 
 51°02'27" NB   05°10'58" OL


Massart bracht in 1911 vanaf de Gielenbergmolen (fotoset 48) een glooiend landschap in beeld. In de vallei liggen talloze akkers die afgeschermd en gescheiden worden door knotwilgen (stringbollen). Aan de horizon bevindt zich een hogere zone. Dit is een Diestiaan-getuigenheuvel (zoals op fotoset 48), die talrijk voorkomen in de streek. Aan de voet van de molen ligt een zandweg die niet in aanmerking komt voor bebouwing. Hierdoor staat de molen erg vrij. De zomereiken (Quercus robur) zijn geknot, omdat de windvang van de molen zo belangrijk was voor het malen van de rogge. Duidelijk zichtbaar is hoe de voorste roggeakker in bedden ('gewenden') is aangelegd. Deze techniek zorgde ervoor dat elk perceel een gelijk aantal ploegsneden had wat het gelijkmatig bewerken sterk vereenvoudigde. Deze aanpak eiste echter de nodige ervaring die van vader op zoon werd doorgegeven.