1904 - Massart: Genk 58

Massart
Charlier
Kempenaers
De Cleene

14 JULI 1911 
 50°58'10" NB   05°29'58" OL


Massart fotografeerde dit landschap in 1911 in Genk. Deze kleine akker is omgeven door opgaande zomereiken (Quercus robur). Iets verderop daalt het landschap naar de vallei van de Dorpbeek. Die valleihelling is beplant met grove den (Pinus sylvestris). Op de akkers worden links aardappelen en rechts boekweit geteeld. Na rogge en haver waren aardappelen het meest geteelde gewas in de Kempen. Aardappelen hebben twee tot drie keer minder water nodig dan rogge en gedijen dus ook op erg droge gronden zoals deze van het Kempens hoogplatform. Boekweit nam vroeger een belangrijke plaats in onder onze broodgranen omdat de teelt zelfs op de armste gronden mogelijk was. Men zaaide boekweit onmiddellijk na rogge of rapen, of zelfs bij een eerste ontginning onmiddellijk na het omploegen van de heide. Een voorafgaande bemesting was niet noodzakelijk, diepploegen volstond. Dit was dan ook een belangrijke reden waarom de Kempense boer boekweit teelde. Zoals duidelijk te zien op de foto, verstikt het dichte loof van boekweit alle ondergroei en dus ook het onkruid. In het begin van de twintigste eeuw begon de boekweitcultuur te verdwijnen. Met de opkomst van de kunstmeststoffen konden ook de rijkere gewassen worden geteeld en werd de teelt van boekweit verdrongen om uiteindelijk volledig te verdwijnen.